Al heel lang heeft Marrakech grote aantrekkingskracht op reizigers. Waren het in de jaren zestig van de vorige eeuw vooral hippies die naar de stad trokken, tegenwoordig is het gezelschap reizigers heel divers. Deze stad in het zuiden van Marokko – de naam van het land is overigens afgeleid van Marrakech – heeft dan ook veel te bieden, vooral het oude ommuurde stadsdeel. Die medina wordt overheerst door de hoge minaret van de Koutoubia-moskee, vlak bij het grote plein Djemaa-el-Fna. Dat komt vooral ’s avonds tot leven met ontelbare eetstalletjes, slangenbezweerders, verhalenvertellers, goochelaars en muzikanten. Achter dat plein is het heerlijk verdwalen in de kleurrijke soek. Verdwalen ja, want dat hoort bij het slenteren door deze straatjes en steegjes, waar je je ogen uitkijkt bij de geurige uitstallingen van kruiden, specerijen, groente, fruit en nog meer. Veel straatjes zijn gespecialiseerd in bepaalde beroepen. Zo vind je leerlooiers, slagers, smeden, timmerlieden en tapijtverkopers meestal vlak bij elkaar. Vergeet niet een bezoek te brengen aan de kashba Mechouar, in het zuiden van de oude stad.
De ligging van Marrakech maakt het de ideale stad voor enkele van de mooiste dagtochten die je in Marokko kunt maken. En nog heel afwisselend ook: van prachtige (surf)stranden tot ruige bergen, authentieke dorpjes, vruchtbare valleien, groene oases en woestijntochten. Veel van de dagtochten die we hieronder beschrijven liggen op nog geen drie uur rijden van Marrakech, maar we hebben ook enkele meerdaagse tochten toegevoegd. Natuurlijk kun je deze verschillende tochten combineren tot een grote rondreis. We hopen je te inspireren een auto te huren in Marrakech, want geloof ons, met een huurauto reis je in Marokko naar aangename verrassingen en beleef je een vakantie vol leven en kleur!
Geen tijd om een lange rit naar de Sahara te maken? Ook vlak bij Marrakech vind je een uitgestrekt woestijngebied. In zo’n drie kwartier rijd je met een huurauto van Marrakech naar het dorp Agafay, dat aan de rand ligt van de gelijknamige woestijn. Het dorre, droge landschap is verre van eentonig, dankzij de grillige rotsen. In de lente (het ‘natte’ seizoen, van half maart tot eind mei) kan er na regenval zelfs een heel kleurrijk bloemenspektakel ontstaan.
Naast ritjes op kamelen is rijden met quads heel populair. Daarvoor kun je overigens beter via de P2009 (Route d’Amizmiz) rijden, want langs die weg zijn veel aanbieders van quad tours. Onderweg kom je langs de stuwdam van Lalla Takerkoust. Het water van het stuwmeer vormt een fraai contrast met de omliggende woestijn en de met sneeuw bedekte toppen van de Atlas op de achtergrond. Er zijn volop wateractiviteiten te doen: jetskiën, kajakken en wakeboarden. Aan de oevers van het meer zijn diverse restaurants en hotels, waaronder hele luxe. Over luxe gesproken: glamping is in de woestijn van Agafay ook heel populair. Je hebt ruime keuze om een nachtje in de woestijn door te brengen en te genieten van de zonsondergang en de sterrenhemel.
Je kunt het beste vroeg vertrekken met je gehuurde auto voor een dagtrip naar de prachtige Ourika-vallei op ruim een uur rijden van Marrakech. Het dorpje Ourika, op slechts dertig kilometer van de stad, is pas het begin van een tocht door deze groene vallei vol met kristalheldere rivieren, stroomversnellingen en watervallen. Terwijl je langs de grootste rivier rijdt zie je diverse voetbruggen over het water. Die leiden naar picknickplaatsen en je hoeft niet eens je eigen eten mee te nemen, daar zorgen de lokale koks wel voor! Terwijl je het water van de rivier hoort stromen is het heerlijk genieten van tajine en andere Marokkaanse gerechten. Er zijn ook mogelijkheden om te raften (afhankelijk van het waterpeil) tussen Oualmas en Asguine.
Ongeveer een uur rijden na Ourika kom je bij het dorp Setti Fatma, dat vooral bekend is om de zeven watervallen in de buurt. De klim naar de hoogste waterval is behoorlijk steil en het pad bestaat voornamelijk uit grotere en kleinere keien, dus heel gemakkelijk loopt het niet. Trek goede wandelschoenen aan. Eenmaal terug in Setti Fatma kun je ook in dit dorp natuurlijk weer genieten van de Berberse keuken, voordat je met de huurauto terugrijdt naar Marrakech. Of stop onderweg in Oualmas, waar het minder druk is en je vlak langs de rivier ook prima restaurantjes vindt.
Als je van tuinen houdt, moet je zeker een bezoek brengen aan de Anima Garden, even voorbij Ourika als je richting Marrakech rijdt. Niet alleen de wilde bloemen, cactussen, palmbomen en waterpartijen maken deze tuin paradijselijk, maar ook de bijzondere sculpturen en andere objecten van de Oostenrijkse kunstenaar André Heller tegen de achtergrond van hoge bergen.
Bijna overal in Marrakech heb je uitzicht op de majestueuze top van de Toubkal, die van december tot mei met sneeuw is bedekt. Met 4167 meter is deze berg het hoogste punt van Noord-Afrika. De beklimming doe je niet in een dag, daar moet je minimaal twee dagen voor uittrekken. Wel rijd je met een huurauto gemakkelijk in anderhalf uur naar de uitvalsbasis Imlil, dat in een groene vallei ligt. De klim naar de top van de Jebel Toubkal is technisch niet moeilijk, maar het is een behoorlijke tocht waarvoor je een goede conditie moet hebben. Op de eerste dag loop je naar twee berghutten (Refuge du Toubkal en Refuge Les Mouflons), op de tweede dag klim je de laatste duizend meter naar de top. Op dat hoogste punt heb je een magnifiek panoramisch uitzicht en bij helder weer kun je zelfs Marrakech zien liggen, 65 kilometer verderop.
Je kunt ook kiezen voor minder hoge bergwandelingen, bij het dorp Oukaïmeden. In de zomer is dit een populaire bestemming voor de inwoners van Marrakech om te ontsnappen aan de hitte in de stad. Naast wandelpaden langs pittoreske Berberdorpen zijn er er diverse routes om te boulderen en je kunt er ook paragliden. In de omgeving van Oukaïmeden zijn veel rotstekeningen uit de Bronstijd ontdekt. Bijzonder is dat deze tekeningen abstracte motieven hebben. In de winter verandert het dorp in een skiresort, waarbij een lift je naar de top van de Jebel Attar op ruim 3200 meter hoogte brengt. In januari en februari heb je de grootste kans op goede sneeuwcondities.
Met je huurauto rijd je in ongeveer tweeënhalf uur naar Ouzoud, dat bekend is om een indrukwekkende waterval van maar liefst 110 meter hoog. Het is niet één watergordijn dat naar beneden stort, de waterval bestaat uit verschillende stromen en tussenplateaus. Rond de naar beneden vallende stromen zijn diverse uitkijkpunten langs twee paden: de ‘natuurlijke’ route en de betegelde route met trappen. Met een bootje kun je tot dichtbij het onderste deel van de waterval komen. Uiteraard zijn de watervallen het meest indrukwekkend na een periode van regen en dat betekent in Marokko in de lente. Aan het eind van de zomer en in de herfst zijn de watervallen minder vol. Verder raden we je aan zo vroeg mogelijk naar Ouzoud te rijden om de grootste drukte te ontlopen. Of je boekt een overnachting, zodat je in alle vroegte de watervallen kunt bekijken, voordat de georganiseerde tours uit Marrakech aankomen (rond 11 uur). Ook in de late namiddag is het veel rustiger en worden de watervallen bovendien mooi beschenen door de zon.
Het is ruim drie uur rijden van Marrakech naar Aït Benhaddou, maar dat is het absoluut waard. Met je huurauto rijd je via de kronkelige N9 door de Atlas naar een historische plek: een ksar (versterkt dorp) op een kruispunt van oude karavaanroutes vanuit de Sahara. Maar al tijdens de rit ernaartoe is het volop genieten van adembenemende uitzichten, bijvoorbeeld bij de Tizi N’Tichka pas. Neem daarna, net voor het dorp Aguelmouss, de afslag naar links (P1506). Je rijdt dan via de valleien van Telouet en Ounila met nog meer mooie uitkijkpunten. Bij Tazakhte zie je grotwoningen. De kashba van Aït Benhaddou is een prachtig voorbeeld van Berberse kleiarchitectuur. Het zal je wellicht bekend voorkomen, want de gebouwen waren te zien in grote films als Lawrence of Arabia, Gladiator, The Sheltering Sky en de tv-serie Game of Thrones. Klim naar de top van de heuvel voor een adembenemend uitzicht over de vallei en bewonder de bijzondere architectuur.
Op ongeveer dertig kilometer rijden van Aït Benhaddou ligt Ouarzazate (spreek uit: Warzazaat), dat bekendstaat als de toegangspoort tot de Sahara. Ook deze stad heeft een imposante kashba (Taourirt), die in enkele films als decor werd gebruikt. De kashba is slechts gedeeltelijk toegankelijk. Ertegenover staat een klein museum met oude filmsets, rekwisieten en filmapparatuur. De filmgeschiedenis van Ouallywood komt helemaal tot leven in de Atlas Studio’s, zo’n drie kilometer ten westen van de stad (en daar ben je dus met je huurauto langs gereden als je van Aït Benhaddou kwam). Tijdens de rondleiding door de verschillende filmsets krijg je uitleg over de ontwikkeling van de filmindustrie in Marokko.
Ongeveer veertig kilometer ten noordoosten van Ouarzazate ligt de oase Skoura. Die heeft niet alleen een fraai gerestaureerde kashba (Amridil), maar is ook een erg prettig plaatsje om te overnachten als je van plan bent verder te reizen. Er zijn veel mooie boetiekhotels en pensions, meestal met zwembad.
Dankzij de bergen van de Hoge Atlas is Marrakech geen woestijnstad, maar achter die bergen begint het voorportaal van de Sahara. Alweer dankzij die Hoge Atlas lopen er ook rivieren door dit droge gebied, waardoor fraaie groene valleien en oases zijn ontstaan. Om die per huurauto te bezoeken ben je vanuit Marrakech meerdere dagen onderweg.
Zodra je met je huurauto Ouarzazate verlaat, rijd je door een immens weids en dor landschap. Stop even op de Tizi’n-Tinifift pas om van het ruige landschap met een diep ravijn te genieten. Na die pas op 1698 meter hoogte daal je af naar de vruchtbare, groene Draa-vallei. In het oosten van het stadje Agdz heb je een uitzichtpunt vanwaar je goed kunt zien hoe er miljoenen palmbomen groeien in deze vallei. De dorpen in de Draa-vallei floreerden vanaf het einde van de zestiende eeuw dankzij de karavanen door de Sahara die goud, zout en specerijen vervoerden. Die rijkdom moest worden verdedigd en daarvan getuigen de kashba’s en ksour (versterkte dorpen) tussen de palmbomen.
Een mooi voorbeeld is de kashba van Tamnougalt en het aangrenzende versterkte dorp. Hier leefden niet alleen Berbers, maar ook Joden en Arabieren die allen op hun eigen manier hun huizen versierden. In de kashba kun je overnachten, maar reken niet op enige luxe. Andere interessante oude dorpen in de Draa-vallei zijn Timidert en Tansikht, waar de kashba mooi gerestaureerd is.
Bijna aan het einde van de Draa-vallei ligt het stadje Zagora, de toegangspoort tot de zandduinen van de Sahara. Ooit vertrokken karavanen hier voor de tocht naar Timboektoe, waar de kamelen 52 dagen over deden, getuige de muurschildering in het centrum van de stad. Een heel klein stukje in die richting ligt M’Hamid El Ghizlane, niet ver van de zandduinen van Erg Chigaga. Je kunt daar overigens niet met je huurauto naartoe rijden, als dat geen 4×4 is. Vanuit M’Hamid kun je de duinen alleen bereiken met een terreinwagen, kameel of offroad motor onder begeleiding van een lokale gids. Overnachten in de woestijn is een geweldige ervaring en je geniet van de zonsondergang, de ongelooflijke sterrenhemel en de zonsopkomst. Natuurlijk word je getrakteerd op heerlijk Marokkaans eten en vers gebakken brood. Hoewel de woestijn overdag bloedheet is, koelt het ’s avonds en ’s nachts heel sterk af, dus zorg voor verschillende lagen kleding.
Van Zagora kun je met een gehuurde auto via de N12 in drieënhalf uur naar Rissani rijden. De meeste mensen brengen maar weinig tijd door in dit stadje en rijden vrijwel meteen verder naar Merzouga, aan de rand van de woestijn Erg Chebbi. Als je al naar Erg Chigaga bent geweest, kun je de woestijn bij Merzouga overslaan. De zandduinen zijn hier weliswaar hoger, maar het plaatsje is – zeker in het hoogseizoen – erg druk en toeristisch. Uiteraard kun je ook hier in de woestijn overnachten, op een kameel rijden of met een quad door het zand scheuren. Ten westen van Merzouga ligt Dayet Srji, een zoutmeer dat alleen in het natte seizoen water heeft en dan bijzondere woestijnvogels aantrekt.
Van Rissani is het ongeveer twee uur rijden naar het plaatsje Tinghir. Sla daar van de hoofdweg af om een bezoek te brengen aan de dramatische kliffen van de Todrakloof (ook wel Todghakloof). Als je op maandag in Tinghir bent, kun je de wekelijkse markt bezoeken, waar de lokaal geteelde dadels en olijven in overvloed te koop zijn. De hoofdweg door de Todrakloof is geasfalteerd, maar om de steile rotswanden (tot ruim 300 meter hoog) echt te beleven, kun je het beste je huurauto op een van de parkeerplaatsen bij het begin parkeren en de route te voet afleggen. Voor bergbeklimmers zijn de rotsen een uitdaging die ze niet kunnen weerstaan.
De weg van de Todrakloof via Agoudal naar de Dadès-vallei (R704) is prachtig en ook grotendeels geasfalteerd, maar zo’n twintig kilometer is gravel en daar kan de weg erg smal zijn. Doe dit dus alleen als je een auto met vierwielaandrijving hebt gehuurd en niet bang bent voor smalle bergwegen. Er zijn plannen om ook die laatste kilometers te asfalteren en dan kun je er wel met een gewone huurauto genieten van het uitzicht op bijna drieduizend meter hoogte.
De meeste mensen rijden via de N10 van Tinghir naar de betoverende Dadès-vallei, met zijn meanderende rivier en oases bezaaid met dadelpalmen, afgewisseld door traditionele Berberdorpen. De rotsen eromheen zijn van afwisselend kalksteen en roestkleurig zandsteen, waardoor ze fascinerende patronen hebben. In het stadje Boumalne Dadès neem je de hierboven genoemde R704 om de rivier te volgen en de kloof in te rijden.
Dit deel van de weg is geasfalteerd, maar kent wel behoorlijk wat spectaculaire haarspeldbochten. Stop bij de vele uitkijkpunten om te genieten van het imponerende landschap. Het beroemdste uitkijkpunt is bij restaurant Timzzillite, waar je goed kunt zien hoe de weg vanuit de kloof omhoog slingert. Dit is een deel van de zogeheten Route van de 1000 kashba’s door valleien en canyons in een voortdurende afwisseling van droge landschappen en weelderige vegetatie langs de rivieren.
Als je via de N10 naar het zuidwesten rijdt, kom je in Kelaat M’Gouna, de hoofdstad van de Vallée des roses. Vooral in de late lente zijn de bloeiende rozenvelden een schitterend gezicht. In de loop der eeuwen heeft de bevolking talloze manieren bedacht om rozen te gebruiken: van geurig rozenwater en luxe rozenolie tot cosmetische producten op basis van de bloemen. De beste manier om de Rozenvallei te verkennen is door met een huurauto van Kelaat M’Gouna naar het noorden te rijden, langs het riviertje Assif M’Goun.
We noemden Skoura hierboven al als een leuk plaatsje om te overnachten, maar je moet ook zeker een bezoek brengen aan de Palmeraie de Skoura. De prachtige tuinen worden gevoed door een ingewikkeld ondergronds irrigatiesysteem en diverse kleurige vogels fladderen er rond. De dadelpalmen produceren meer dan twintig verschillende soorten dikke, zoete vruchten.
Wist je dat Marrakech helemaal niet zo ver van de Atlantische kust ligt? Naar Essaouira is het maar tweeënhalf uur rijden en je bent er in een hele andere wereld, ver weg van het wat chaotische Marrakech. Binnen de stadsmuren vind je natuurlijk een medina, maar getuige de vele galeries ook een actieve kunstenaarsgemeenschap. De haven is ’s ochtends vol bedrijvigheid als de vissers de vangst van hun felblauw gekleurde boten naar de markt brengen. Natuurlijk kun je die verse vis meteen proeven bij de diverse barbecues in de buurt, samen met heerlijk versgebakken brood en Marokkaanse salades. Bij de haven vind je ook het bastion Skala du Port, inclusief kanonnen, waarmee de stad zich vroeger verdedigde tegen zeerovers. Tegenwoordig is het een mooi punt om de zonsondergang te bekijken. Dat kan ook vanaf de dikke stadsmuur, Skala de la Ville, waar je overheen kunt lopen. Dankzij de noordwestelijke wind is Essaouira een paradijs voor wind‑ en kitesurfers, net als de zuidelijker gelegen plaatsen Taghazout en Tamraght. Aan de ruige kustlijn bij Taghazout is het zogeheten Killer Point geliefd onder ervaren surfers. Die spot is overigens niet bijzonder gevaarlijk, maar zo genoemd omdat er soms orca’s (in Engels: killer whales) te zien zijn.
Essaouira is niet echt een badplaats, maar Agadir is dat wel. Overigens is dat alleen een bestemming als je toe bent aan flink feesten, dansen en drinken. Het stadje staat vol met hotels en de stranden zijn er heel druk, met vooral veel vakantie vierende jongeren. Nou is daar niks mis mee (we zijn allemaal eens jong), maar als je je daar niet thuis bij voelt, kun je Agadir beter links laten liggen. Wel loopt de zeebodem bij deze badplaats heel geleidelijk af, waardoor het strand uitermate geschikt is voor kinderen. En als je daarmee reist, hebben die vast wel oren naar een dagje aan zee.
Op een uurtje rijden van Agadir ligt de Vallée du Paradis (bij Imouzzer Ida Ou Tanane), een adembenemende oase in het Atlasgebergte: weelderig groen, palmbomen, watervallen en kristalheldere meertjes. Je kunt er lange wandelingen maken over de bergpaden die je boven de kliffen brengen rond de Tamraght-rivier. Het is heerlijk zwemmen in het verfrissende water van de rotspoelen. Tenminste, als het water hoog genoeg is, wat aan het einde van het droge seizoen nog wel eens kan tegenvallen. Je kunt de Paradijsvallei niet missen als je met je huurauto over de P1001 rijdt. Langs de weg staat de richting duidelijk aangegeven op een bord met de tekst La route d’Alma – Vallée du Paradis.
Van Agadir rijd je in nog geen anderhalf uur naar Taroudant, een prachtige geheel ommuurde stad, midden in de vruchtbare Souss-vallei. Als je bij aankomst denkt dat dit stadje wel iets heeft van Marrakech, dan klopt dat. Taroudant wordt ook wel ‘klein Marrakech’ genoemd, maar zonder de hectiek, de chaos en het lawaai van de grotere broer. Alleen al de okergele stadsmuren zijn prachtig, want helemaal intact. Je kunt er met een paardenkoets omheen rijden. Binnen die muren zijn twee grote souks. In de Arabische souk (plaatselijk bekend als Kissaria) zie je vooral ambachtsproducten van keramiek, metaal en leer. Het gaat er hier veel gemoedelijker aan toe dan in Marrakech. Bovendien liggen de prijzen lager en is de kwaliteit hoger. De souk van de Berbers (Jnane Jamaa) biedt vooral groente, fruit, kruiden, specerijen en keukengerei. Daarnaast vind je er mooie, felgekleurde sieraden.
Op de terugweg naar Marrakech passeer je de spectaculaire bergpas Tizi n’ Test. Nederlanders willen die wel eens grappend ’t Is een Test noemen, want het is een uitdagende route. Het begin is nog makkelijk; je rijdt dan door de vruchtbare Souss-vallei met aan de ene kant de toppen van de Hoge Atlas en aan de andere kant de bergen van de Anti-Atlas. Vervolgens begint de klim via een reeks haarspeldbochten naar de bergpas op ruim tweeduizend meter hoogte. Onderweg heb je prachtig uitzicht op diepe valleien en ruige bergen. De herberg Sunset bij de bergpas werd verwoest tijdens de aardbeving van 2023, maar de eigenaar werkt hard aan herbouw en je helpt hem door hier een tajine te bestellen.
De reis van Agadir naar Marrakech duurt zeker vijf uur en dat is als je nergens onderweg stopt. Je kunt de rit dus het beste ergens onderbreken en Ouirgane is daar geknipt voor. Het is een wat slaperig Berberdorpje aan de voet van de Hoge Atlas en in een mooie, groene vallei. Je kunt hier gemakkelijk meerdere dagen doorbrengen en genieten van de rust. Er zijn verschillende guesthouses, die een prima uitvalsbasis zijn voor tochten door de omgeving.
Marrakech is een van de vier Marokkaanse koningssteden, de andere drie zijn Fez, Meknes en Rabat. Die steden worden zo genoemd omdat ze alle vier in het verleden door een sultan tot hoofdstad werden uitgeroepen. Fez is de oudste voormalige hoofdstad en een fantastische bestemming. Het kleinere en ook heel mooie Meknes ligt er vlakbij, maar beide steden liggen op zo’n 500 kilometer van Marrakech en dat is uiteraard te ver voor een dagtocht. De route door de Midden-Atlas is prachtig, maar om nou weer helemaal terug te rijden naar Marrakech… Nou, dat hoeft ook helemaal niet, want je kunt in Marokko een auto huren voor een zogeheten one-way. Dat betekent dat je de huurauto ophaalt in bijvoorbeeld Marrakech en inlevert in Fez of Rabat of zelfs Tanger. Op die manier kun je een hele mooie, lange reis door Marokko maken, zonder dat je hoeft terug te rijden naar je beginpunt. Kies op ons zoekformulier voor een andere inleverlocatie en wij laten je alleen de huurauto’s zien waarbij dat mogelijk is. Je betaalt een toeslag voor deze one-way autohuur, maar de hoogte daarvan zal je erg meevallen.
De beste periodes om Marokko te bezoeken zijn het voor‑ en najaar: van begin april tot halverwege juni en van september tot november. De temperaturen zijn aangenaam en het is een geweldige tijd om overal in het land te wandelen en bezienswaardigheden te bekijken. In de zomer is het bijna overal in Marokko heel warm, behalve vlak aan de kust. Veel inwoners trekken dan ook juist in de zomermaanden naar plaatsen aan de Atlantische Oceaan of Middellandse Zee. Hoewel het in de winter flink kan afkoelen is Marrakech ook in de wintermaanden een prima bestemming. Overdag zijn de temperaturen nog steeds aangenaam en het is er veel minder druk dan in de lente of herfst.
Hoewel er goed openbaar vervoer is tussen de grotere plaatsen in Marokko, kun je de mooiste bezienswaardigheden alleen bereiken met een huurauto. Als je geen auto huurt, kost het overbruggen van afstanden erg veel tijd en dat is zonde als je alles uit je vakantie wilt halen. Bovendien mis je dan het comfort dat eigen vervoer je biedt. Huur dus een auto in Marrakech om te genieten van de prachtige landschappen en de historische stadjes en dorpen. Vergeet niet dat reizen door Marokko ook een culinair avontuur is. Mis tijdens je reis door dit betoverende land niet de kans om te genieten van de Marokkaanse keuken, die heel divers en smaakvol is dankzij bijzondere kruiden en specerijen. En waar eet je het lekkerst? Op de plekken waar weinig toeristen komen. En hoe kom je daar? Juist, met een huurauto!
Welke verzekeringen kies ik, hoe zit het met borg? Lees onze artikelen met handige informatie en tips. Zo kies je de juiste huurauto.