EUR (€) (NL)
    • Klantbeoordelingen 8.4 / 10
  • Sinds 2005 vergelijken wij huurauto tarieven
15 juli 2025

Ultieme roadtrip door hartveroverend Hongarije

Rondreis met huurauto langs 20 hoogtepunten

Boedapest, de schitterende hoofdstad van Hongarije is een populaire bestemming voor een stedentrip en ook het Balatonmeer trekt veel toeristen, maar wist je dat het land nog veel meer moois te bieden heeft? Zo zijn de Hongaarse steden stuk voor stuk pareltjes en is het heerlijk rijden door het heuvellandschap, afgewisseld door oude ruïnes, pittoreske dorpjes en wijngaarden. Het vlakke laagland in het oosten met zijn vele meren heeft een heel eigen charme.

Hongaars parlementsgebouw in Boedapest.
Hongaars parlementsgebouw in Boedapest.

Voor een rondreis door Hongarije is het openbaar vervoer ontoereikend en kun je veel beter een auto huren. Met een huurauto kun je zo veel mogelijk van het fascinerende land zien en ben je bovendien heel flexibel. Je komt op plekken waar weinig of geen andere toeristen zijn en maakt kennis met de vriendelijke, gastvrije Hongaren.

1. Boedapest

De Hongaarse hoofdstad ligt aan weerszijden van de Donau: Boeda op de rechteroever en Pest op de linkeroever. Het waren eeuwenlang twee aparte steden, totdat ze in 1873 werden samengevoegd tot Boedapest. Enkele jaren later verrees het Országház (parlementsgebouw) aan de rivier. Het staat in Pest, maar je ziet dit nogal bombastische bouwwerk het beste vanaf de andere oever.

Het Hongaarse parlementsgebouw in Pest en het kasteel in Boeda met de Kettingbrug over de Donau die beide stadsdelen verbindt.
Het Hongaarse parlementsgebouw in Pest en het kasteel in Boeda met de Kettingbrug over de Donau die beide stadsdelen verbindt. (Foto: https://unsplash.com/@matthewwaring)

Boeda is heuvelachtig en hoog boven dit stadsdeel staat het voormalige koninklijk paleis op de Burchtheuvel (Várhegy). Je krijgt er een inkijkje in de gouden jaren van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk en het leven van de aristocratie in die tijd. In het paleis is onder meer de Nationale Galerie ondergebracht, met Hongaarse schilder‑ en beeldhouwkunst vanaf de middeleeuwen. Het Vissersbastion met zeven torentjes lijkt op een oud fort, maar is het niet. Het werd rond 1900 gebouwd en je hebt er een panoramisch uitzicht over Boedapest.

Ook een mooi uitzicht, maar aan de andere kant van de Donau, heb je vanaf de toren van de Sint-Stefanusbasiliek (Szent István Bazilika) in het vlakke stadsdeel Pest. In de kerk wordt de rechterhand bewaard van de eerste Hongaarse koning, de heilige Stefanus. Pest is het commerciële hart van Boedapest, vol drukke winkelstraten, grote pleinen en brede boulevards. Daar staat ook de Grote Markthal (Nagycsarnok), een van de mooiste en grootste markthallen van Europa.

De eerste en bekendste ruïnebar van Boedapest, Szimpla Kert.
De eerste en bekendste ruïnebar van Boedapest, Szimpla Kert. (Foto: https://unsplash.com/@nicknight)

Denk niet dat Boedapest een openluchtmuseum is. De oude en elegante monumenten gaan naadloos samen met met een energieke bevolking. Zo vind je er chique, traditionele koffiehuizen vol leven, bruisende bars en enerverende nachtclubs. In het stadsdeel Pest kom je overal zogeheten ruïnebars tegen. Dat zijn oude verlaten huizen en tuinen, die zijn omgetoverd tot hippe plekken. Om het ‘ruïnegevoel’ te benadrukken zijn de bar, het meubilair en decoraties vaak gemaakt van afvalhout of tweedehands spullen. De eerste en bekendste ruïnebar is Szimpla Kert (Eenvoudige Tuin), die eigenlijk bestaat uit verschillende bars en een kunstgalerie. Andere populaire bars in Boedapest zijn Lampas en Instant Fogas. In deze ruïnebars treden vaak muziekbands op.

De thermale baden van Széchenyi in Boedapest.
De thermale baden van Széchenyi in Boedapest. (Foto: https://unsplash.com/@cestmoisheedy)

De Romeinen bouwden al badhuizen bij de warmwaterbronnen rond de Burchtheuvel en tijdens de Ottomaanse overheersing kwamen er nog vele bij. Boedapest telt nu tientallen badhuizen, het ene nog mooier dan het andere. Het badhuis Rudas ademt nog een echte oosterse sfeer en heeft een indrukwekkende koepel met gekleurd glas. Ook de badhuizen Széchenyi en Gellért zijn prachtig.

2. Szentendre

Szentendre bij Boedapest.
(Foto: https://www.pexels.com/@dariusz-staniszewski-1425290/)

Even ten noorden van Boedapest ligt het kunstenaarsstadje Szentendre, dat Hongaars is voor Sint-Andreas. Het is zonder meer een schilderachtig stadje, maar in de zomermaanden en in de weekends wordt het overspoeld door dagjesmensen. Het is niet moeilijk te zien waarom het zo populair is, want het heeft een tikje mediterrane sfeer, heel anders dan de hoofdstad. Na het dwalen door de geplaveide straatjes en het bekijken van kunst in de vele galeries geniet je van een drankje of hapje langs de rivier.

3. Esztergom

Zicht op Esztergom.
(Foto: https://unsplash.com/@tunaztrk)

Als je in Boedapest een auto hebt gehuurd is het zo’n vijftig kilometer rijden naar Esztergom. Neem daarvoor de weg via Pomáz en Pilisszentkereszt, waarbij je door de heuvels van het dicht beboste Nationaal Park Duna-Ipoly rijdt. Je kunt er een mooie wandeling maken door de vallei van de beek Dera. Vanaf de hoofdweg zie je een zijweggetje dat leidt naar een ruime parkeerplaats.

Esztergom is de oorspronkelijke hoofdstad van het koninkrijk Hongarije en ligt ook aan de Donau, die hier de grens vormt met Slowakije. Het is de zetel van de hoogste Hongaarse aartsbisschop en er is dan ook geen gebrek aan religieuze bouwwerken. Het pronkstuk is de gigantische basiliek, de grootste kerk van Hongarije. De koepel is ruim zeventig meter hoog en in het interieur zie je een een enorm altaarstuk. In de Sint-Stefanuskapel zijn waardevolle gouden en zilveren sieraden tentoongesteld. Bij goed weer kun je naar het balkon van de koepel klimmen voor een schitterend uitzicht over de bocht van de Donau en Slowakije aan de overkant. Je kunt dat land zonder grenscontrole bezoeken, maar doe je dat met de huurauto, dan moet je bij de reservering wel even melden dat je de grens overgaat.

Het relatief kleine kasteel van Esztergom, pal naast de dom, was ook de koninklijke residentie, vanaf de eerste koning Stefanus tot aan de verovering door de Ottomanen. Het is een stoer kasteel met een museum over de verschillende bewoners en ook weer een fantastisch uitzicht.

4. Visegrád

Het uitzicht op de Donaubocht vanaf de heuvels bij Visegrád.
Het uitzicht op de Donaubocht vanaf de heuvels bij Visegrád. (Foto: https://www.pexels.com/@irina-a-balashova/)

Van Esztergom neem je de schilderachtige route langs de bocht van de Donau naar Visegrád, een klein stadje dat bekend staat om zijn middeleeuwse erfgoed. Hoog op een rots staan de overblijfselen van het kasteel van Visegrád, waar je met je huurauto via een kronkelige weg naartoe rijdt. Heb je nog niet genoeg van de uitzichten op de Donau? Dan kom je hier aan je trekken, de weg naar boven heet niet voor niets Panoráma út. Onderweg zijn er al diverse uitkijkpunten om te stoppen, maar vanaf het kasteel heb je een panoramisch uitzicht. Kijk wel uit voor motorrijders, want die gebruiken deze weg graag om hun kunsten te vertonen. Onderaan het kasteel staat het koninklijk paleis. Er staan enkele oorspronkelijke muren overeind, maar het grootste deel is gereconstrueerd.

Zin om even actief te worden? Rijd dan na het kasteel iets verder naar boven en je komt bij een avonturenpark waar je kunt bobsleeën en tokkelen. Kinderen zullen veel lol beleven aan het klimmen en klauteren tussen de bomen. Verder kun je in de omgeving van Visegrád veel wandel‑ en fietstochten maken, onder meer door de dichte bossen rond het dorpje Pilisszentlászló.

5. Hollókő

Hollókő, Hongarije.

Iets heel anders dan koninklijke glitter en glamour vind je in het dorpje Hollókő. De snelste route ernaartoe is via de ringweg van Boedapest en de snelweg M3. Je kunt ook in Visegrád met de veerboot de Donau oversteken en dan via Route 22 naar het oosten rijden. In het bijzondere dorpje staan traditionele huizen met witgekalkte lemen muren, rieten daken en bewerkte houten portieken, karakteristiek voor het Palóc-volk. De Palóc hebben hun onderscheidende tradities behouden en het oude deel van het dorp is deels een etnografisch museum. Je ziet er klederdrachten en verder zijn er demonstraties van handwerk en traditionele werkmethoden.

Vanaf de parkeerplaats loopt een pad naar de het deels gerestaureerde middeleeuwse kasteel van Hollókő. Leuk is dat in dit kasteel kamers zijn ingericht, zoals ze er in de dertiende eeuw uitzagen.

6. Mátragebergte

Het landschap in het Hongaarse Mátragebergte.
Het landschap in het Hongaarse Mátragebergte.

Rijd van Hollókő naar Pásztó en neem vervolgens de weg richting Galyatető. Je rijdt er door prachtig landschap, een voorproefje van wat je verderop te wachten staat. Zet je gehuurde auto af en toe aan de kant en maak een wandeling. Bijvoorbeeld naar de ruïne van het kasteel van Hasznos, niet voor de weinige overblijfselen zelf, maar voor het uitzicht over een stuwmeer. Verder vind je langs deze weg paadjes naar watervalletjes, rustieke beekjes en bronnen. Ook mooi is de wandelroute door de Ratelslangvallei (Csörgő-szurdok).

Voor en na Galyatető heb je al enkele haarspeldbochten genomen, maar het wordt helemaal leuk als je de hoofdweg naar Eger bereikt (Route 24). Het is een heerlijk bochtige weg met uitstekend asfalt, maar wees ook hier weer bedacht op motorrijders, vooral als je er in het weekend rijdt. Wil je naar de hoogste berg van Hongarije, de Kékes (1014m)? Rijd dan niet meteen naar Eger maar ga eerst richting Mátraháza. Bij dat dorp neem je de afslag naar Kékestető en na ruim drie kilometer kun je de huurauto parkeren, net onder de eigenlijke top. Het kan daar wel erg druk zijn.

7. Eger

Eger is een historische stad, beroemd om zijn kasteel uit de dertiende eeuw, thermale baden en robuuste wijn. Het kasteel van Eger speelde een cruciale rol in de verdediging tegen de Ottomaanse opmars. Het was hier, in 1552, dat slechts tweeduizend Hongaren een leger van zestigduizend Ottomanen wisten af te slaan. Niet alleen mannen vochten, de vrouwen van Eger droegen hun steentje bij door het binnenvallende leger vanaf de kasteelmuren te overgieten met hete olie en vet. Na een beleg van 38 dagen trokken de Ottomanen zich terug. Pas veertien jaar later lukte het ze Eger in te nemen. Daaraan herinnert de veertig meter hoge minaret, de meest noordelijke minaret van het Ottomaanse Rijk. In de ondergrondse gangen van het kasteel wordt de heldhaftige strijd rond de vesting levend gehouden.

Zicht op Eger vanaf het historische fort.
Zicht op Eger vanaf het historische fort.

Het centrale plein van Eger is genoemd naar de man die de troepen aanvoerde tegen de Turken, Dobó István, en wordt omringd door fraaie gebouwen in barokstijl, waaronder de Minorietenkerk Sint Anthonius. Andere historische bouwwerken zijn de kathedraal en het lyceum. In de gezellige binnenstad zijn het hele jaar door tal van evenementen en activiteiten.

De Vallei van de Mooie Dame (Szépasszonyvölgy) is een beroemd wijngebied en ligt op zo’n dertig minuten lopen van het centrum, maar je kunt er uiteraard ook met je huurauto naartoe. Als je denkt niet genoeg te kunnen krijgen van de beroemde lokale wijn Egri Bikavér (Stierenbloed) kun je beter het treintje nemen dat tussen het centrum en de vallei rijdt. De naam van de wijn zou te maken hebben met de verdediging van het stadje in de zestiende eeuw. De Ottomanen geloofden dat de woeste Hongaren hun kracht haalden uit het drinken van stierenbloed. Of het drankje inderdaad zoveel kracht geeft, kun je zelf uitvinden in een of meer van de tientallen wijnkelders.

8. Nationaal Park Bükk

De waterval Fátyol in het rivierdal van de Szalajka.
De waterval Fátyol in het rivierdal van de Szalajka.

Het Nationaal Park Bükk is een van de mooiste natuurgebieden van Hongarije. Als je vanuit Eger naar het noorden rijdt, kom je in het dal van de rivier de Szalajka. Vanaf de parkeerplaats bij Szilvásvárad kun je naar de houten uitkijktoren Millennium lopen, maar je kunt er met je huurauto ook iets dichterbij komen, via een vrij smal weggetje. Er is een toeristentreintje dat de loop van de rivier volgt, maar het is leuker om een van de vele wandelroutes te lopen. Een topattractie is de waterval Fátyol, die bestaat uit verschillende opeenvolgende ‘trapjes’. Iets verderop kom je bij de grot Istállós-kő, waar sporen zijn gevonden van bewoning in de prehistorie. Er zijn meer dan duizend grotten bekend in het Bükkgebergte, waaronder enkele van de diepste in Hongarije.

Het paleis van Lillafüred (nu een hotel) en bootjes op het nabijgelegen stuwmeer.
Het paleis van Lillafüred (nu een hotel) en bootjes op het nabijgelegen stuwmeer. (Foto: https://unsplash.com/@sarahs_captured_moments)

Een andere manier om het Nationaal Park Bükk te verkennen is door met je huurauto de geweldige weg tussen Felsotarkarny en Lillafüred te rijden. Als je van Eger naar Felsotarkarny rijdt, zul je misschien aanvankelijk teleurgesteld zijn, want dat stukje is kaarsrecht. Maar daarna slingert deze veertig kilometer lange weg met uitdagende haarspeldbochten door dichte, groene bossen, over golvende heuvels en enkele steile hellingen. Ook langs deze weg is genoeg aanleiding om even te stoppen. Bijvoorbeeld om de grotten Vaskapu of Lök-völgyi te bekijken. Ook zijn er diverse bronnen, waar het water tussen de rotsen omhoog komt. Vlak voor Lillafüret ligt de ingang van de grot Szent István pal naast de weg. Deze grot staat bekend om zijn prachtige stalactieten. Een andere attractie in Lillafüret is de twintig meter hoge waterval Szinva. In de omgeving kun je mooie wandelingen maken, onder meer naar de grillige rotsformaties van Molnár.

9. Kasteel van Diósgyőr

Het ‘kasteel van de koninginnen’ bij Miskolc.
Het ‘kasteel van de koninginnen’ bij Miskolc. (Foto: https://unsplash.com/@matthew_mlg)

Even ten oosten van Lillafüret staat het kasteel van Diósgyőr. Koning Lodewijk I liet het in de veertiende eeuw bouwen en koningen na hem gaven het steevast als verlovingsgeschenk aan hun aanstaande vrouw. Vandaar de bijnaam “kasteel van de koninginnen”. De renovatie van het kasteel heeft jarenlang stilgelegen, maar als alles volgens plan verloopt moet die in 2025 afgerond zijn en is het kasteel weer te bezoeken. Check de website voor de actuele stand van zaken.

Het is een vierkant kasteel met op elke hoek een onneembaar uitziende toren. De kamers zijn ingericht met meubels in middeleeuwse stijl en het leven in die tijd wordt extra benadrukt door medewerkers die in middeleeuwse kleding rondlopen. Het pronkjuweel is de Ridderzaal met een oppervlakte van 380 vierkante meter en daarmee een van de grootste kamers van middeleeuwse kastelen in Centraal-Europa.

Naast het kasteel ligt de Arena, waar in de zomer concerten, theatervoorstellingen, festivals en historische spelen plaatsvinden, waaronder steekspeltoernooien met ‘ridders’ te paard.

10. Grottenbad Miskolctapolca

Miskolctapolca is een buitenwijk van de stad Miskolc en vooral beroemd om het grottenbad in het Közpark. Het is een unieke ervaring om te badderen, spetteren en spelen in de warmwaterbronnen van een groot grottenstelsel. Het karstwater zou ook een geneeskrachtige werking hebben. Het complex is behoorlijk uitgebreid. Naast het oude bad in de grot zijn er diverse binnen‑ en buitenzwembaden, kinderbadjes, stoombaden, sauna’s en solariums.

11. Grotten van Aggtelek

De ongelooflijk mooie druipsteengrot Baradla in het noorden van Hongarije.
De ongelooflijk mooie druipsteengrot Baradla in het noorden van Hongarije.

Ongeveer veertig kilometer ten noorden van Miskolc kom je bij het uitgestrekte Nationaal Park Aggtelek, een prachtig bosgebied waar je lange wandelingen kunt maken, maar het is vooral bekend om de indrukwekkende karstgrotten. De bekendste is de grot Baradla, die maar liefst 25 kilometer lang is en tot onder het grondgebied van Slowakije loopt. Er zijn twee plekken waar je de huurauto kunt parkeren voor een rondleiding door de grot. De korte tour van ongeveer een uur start vanaf de parkeerplaats bij het dorpje Jósvafő, de langere rondleiding van ruim anderhalf uur begint vanaf het parkeerterrein Vörös-tó. Onderweg kom je verbluffende formaties in caleidoscopische kleuren en indrukwekkende zalen tegen met tot de verbeelding sprekende namen als de Tong van de Schoonmoeder, de Kerstman, de Tijger en de Drakenkop. De grootste kamer van de grot heeft een fantastische akoestiek en in de zomer worden er geregeld concerten gegeven.

12. Kasteel Boldogkő

 Kasteel Boldogkő, Hongarije.
(Foto: https://www.pexels.com/@dariusz-staniszewski-1425290/)

Als je op weg bent naar de wijnstreek Tokaj is het absoluut de moeite waard een omweg te maken via Boldogkőváralja, aan de voet van het Zemplén-gebergte. Het middeleeuwse kasteel van dit dorp is vrij klein, maar een juweeltje! Niet alleen is het voor een groot deel goed bewaard gebleven en fraai gerestaureerd, het heeft ook een enorme collectie tinnen soldaatjes. De maquettes beelden verschillende Hongaarse veldslagen uit. Het hoogtepunt is het observatiebastion en het pad ernaartoe over een hele smalle richel.

13. Tokaj

Een van de typische wijnkelders in de Gombosheuvel bij Hercegkút.
Een van de typische wijnkelders in de Gombosheuvel bij Hercegkút. (Foto: https://unsplash.com/@ligvirhet)

Waar Eger het centrum is van vrij zware rode wijnen, gaat het in en rond Tokaj om witte, zoete wijnen, die meestal bij het dessert worden gedronken. Tokaji Aszú wordt hier al sinds de zestiende eeuw geproduceerd. De regio biedt ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van een bepaalde schimmel die de schil van de druiven perforeert, zogeheten edele rotting. Vervolgens zorgt de herfstzon voor verhoogde concentraties suiker. De eeuwenoude wijnkelders van Tokaj hebben een hoge luchtvochtigheid, waardoor de muren en de gewelfde plafonds bedekt zijn met een dikke schimmellaag.

De omgeving van Tokaj is een beschermd cultuurlandschap en je kunt er diverse wijngaarden bezoeken. Na een uitleg over de traditionele methoden van wijn maken volgt er altijd een proeverij. Dat glaasje is gratis, maar het is wel de bedoeling dat je een of meerdere flessen koopt. De wijnkelders in de Gombosheuvel ten noorden van Tokaj vallen op door hun kenmerkende driehoekige dak.

Het gebied pal ten noorden van Tokaj stroomt elk voorjaar onder water door het stijgende peil van de rivieren Bodrog en Tisza. Tussen half april en eind mei is het een moerasgebied waar je met kano’s doorheen kan varen. Je vaart door een prachtig groen landschap, waar valken, arenden, reigers en andere vogels zich thuis voelen.

14. Nationaal Park Hortobágy

Waterputten als deze zijn karakteristiek voor de Hongaarse poesta. (Foto: https://pixabay.com/users/tomasorth-5544864/)
Waterputten als deze zijn karakteristiek voor de Hongaarse poesta. (Foto: https://pixabay.com/users/tomasorth-5544864/)

Ten westen van Debrecen ligt het Nationaal Park Hortobágy, het oudste en grootste beschermde gebied van Hongarije. Vroeger bestond vrijwel de hele Hongaarse Laagvlakte uit het typische landschap van de poesta, maar veel is inmiddels in gebruik voor akkerbouw. Het Hongaarse woord puszta betekent leegte en oorspronkelijk graasden er op de onafzienbare steppe voornamelijk schapen. Ook werden er paarden gefokt en nog steeds zijn er diverse gerenommeerde paardenfokkerijen. De bekendste is Hortobágy Máta, waar ruiters (csikós) geregeld hun kunsten vertonen.

Hongaarse ruiters geven demonstraties op de poesta.
Hongaarse ruiters geven demonstraties op de poesta. (Foto: https://pixabay.com/users/tomasorth-5544864/)

Het bezoekerscentrum in het dorp Hortobágy geeft uitgebreide informatie over de activiteiten, bezienswaardigheden en natuurwandelingen in het nationaal park. Zo kun je er een tocht boeken naar het Vadaspark, waar dieren als grijze runderen, wolven, vossen, Prezwalskipaarden, ooievaars en pelikanen leven. Verder kun je een huifkartocht maken of zelf paardrijden. In het Herdersmuseum (Pásztormúzeum) leer je alles over het over de traditionele levensstijl van de Hongaarse herders. Dat museum staat vlak bij de iconische Negenbogenbrug (Kilenclyukú híd) uit de negentiende eeuw.

De poesta bestaat uit meer dan alleen grasland, door overstromingen van de rivier de Tisza zijn er ook moerassen en meertjes ontstaan. Ooit broedden er kraanvogels in dit gebied, maar tegenwoordig trekken deze vogels alleen nog maar over. De grote zwermen kraanvogels zijn in de herfst een spectaculair gezicht.

15. Kecskemét

Het Cifra Palota is een fraai voorbeeld van Hongaarse jugendstil. (Foto: https://pixabay.com/users/neufal54-54756/)
Het Cifra Palota is een fraai voorbeeld van Hongaarse jugendstil. (Foto: https://pixabay.com/users/neufal54-54756/)

Met een huurauto is het zo’n tweeënhalf uur rijden naar de charmante stad Kecskemét in het hart van de Grote Hongaarse Laagvlakte. Het staat bekend om de vele interessante musea en architectuur in Hongaarse jugendstil. Prominente voorbeelden daarvan zijn het stadhuis en het kleurrijke Cifra Palota. In dat laatste gebouw is een tentoonstelling van moderne Hongaarse kunst. Verder vind je in deze stad Hongarijes enige Fotografiemuseum. Naast een rijke collectie historische en hedendaagse werken van Hongaarse fotografen is er een prachtige collectie camera’s, variërend van reusachtige oude dozen tot moderne strakke ontwerpen. De stad ligt midden in een gebied van fruitteelt en het is dus niet zo verwonderlijk dat de lokale specialiteit een abrikozenbrandewijn (barackpálinka) is. Wel glijdt die soms iets te gemakkelijk naar binnen…

16. Szeged

Het prachtig beschilderde koepelplafond van de Votiefkerk in Szeged.
Het prachtig beschilderde koepelplafond van de Votiefkerk in Szeged. (Foto: https://unsplash.com/@rrricharddd)

De levendige universiteitsstad Szeged ligt op ongeveer een uur rijden van Kecskemét en staat bekend om zijn fraaie oude gebouwen, groene parken en mooie stadspleinen waar het prima toeven is op een van de vele terrasjes. Ook in Szeged vind je jugendstil architectuur, zoals de paleizen Reök en Gróf. Ook het exterieur van de synagoge heeft invloeden van art nouveau. Het is een prachtig gebouw met een adembenemend koepelplafond, schitterend glas-in-lood en een indrukwekkend orgel.

De stad ligt aan de Tisza en in het park langs die rivier is het heerlijk flaneren. Verder staat daar het Móra Ferenc Museum in een imposant neoklassiek gebouw. Het is een heel divers museum met werken van Hongaarse schilders, maar ook tentoonstellingen over archeologie, etnografie, geschiedenis en natuurwetenschap. De rijkelijk versierde Votiefkerk is een prachtig voorbeeld van neoromaanse architectuur. De kerk staat aan het grote Domplein (Dóm tér), dat omzoomd wordt door arcades en waar geregeld culturele evenementen en theatervoorstellingen worden gehouden.

Als universiteitsstad heeft Szeged een bruisend nachtleven. Als je daar de volgende dag van wilt herstellen, ga je naar de prachtige botanische tuin aan de overkant van de Tisza. De sterrenwacht aan de rand van die tuin is heel leuk om te bezoeken met kinderen.

17. Pécs

De moskee die kerk werd en op de koepel zowel de sikkel als het kruis heeft.
De moskee die kerk werd en op de koepel zowel de sikkel als het kruis heeft. (Foto: https://www.pexels.com/@barnabas-davoti-31615494/)

Het zuiden van Hongarije heeft veel aangename steden. Pécs is een voorbeeld van de mix van culturen in de geschiedenis van het land. Je ziet er overblijfselen van de Romeinse tijd, de middeleeuwen, de Ottomaanse periode en gebouwen uit de tijd van het machtige Habsburgse rijk. De stad heeft een mengeling van bouwstijlen – gotiek, renaissance en barok – en je ziet er christelijke kerken met klokkentorens naast islamitische gebedshuizen met minaretten.

Een goed voorbeeld van het interessante verleden van de stad is te zien op het centrale plein Széchenyi tér, waar de moskee weliswaar nu een kerk is, maar de maansikkel van de islam nog steeds zichtbaar is op de koepel met daarboven een kruis. De kathedraal van Pécs heeft maar liefst vier torens en een verbluffend interieur.

Hongaars landschap in de buurt van Nagygörbő.
Hongaars landschap in de buurt van Nagygörbő. (Foto: https://www.pexels.com/@barnabas-davoti-31615494/)

Naast de kathedraal ligt de culturele wijk Zsolnay. Op het terrein waar een beroemde porseleinfabriek stond, vind je nu kunstgaleries, muziekpodia en cafés. De geschiedenis wordt niet vergeten, want er is een museum gewijd aan het ontstaan van de porseleinfabriek en de familie Zsolnay. Ook zie je er topstukken uit de historische verzameling, de zogeheten Gyugi-collectie.

Ten noorden van Pécs ligt het Mecsek-gebergte, waar tientallen wandelpaden doorheen lopen. Blikvanger is de tv-toren die 197 meter de lucht in steekt. Zo hoog kun je niet klimmen, het observatieplatform bevindt zich op 75 meter hoogte. Ook is er een restaurant.

18. Balatonmeer

Het Balatonmeer in Hongarije.
(Foto: https://unsplash.com/@dopemasters)

Het grootste meer van Centraal-Europa, het Balatonmeer, is na Boedapest de grootste toeristische trekpleister van Hongarije. Het gaat daarbij niet alleen om buitenlandse bezoekers, ook de Hongaren zelf brengen graag hun vakantie door aan de stranden rond dit langgerekte meer. Het water aan de zuidelijke oevers is ondieper dan in het noorden en dus perfect voor gezinnen met kleine kinderen.

Keszthely is een historisch stadje met als hoogtepunt het Festetics kastély. De Hongaren noemen het een kasteel, maar het is meer een paleis in barokstijl. Je krijgt er een inkijkje in het aristocratische leven van de achttiende en negentiende eeuw. Er zijn verschillende musea in Keszthely, waaronder een museum met duizenden poppen in klederdracht en een museum vol erotische wassen beelden. Szigliget aan de noordoever heeft wel een echt kasteel, hoewel er alleen een ruïne van over is. Vanaf deze vulkanische rots heb je mooi uitzicht over het meer. Grillige vulkanische rotsen, bijgenaamd orgelpijpen, vind je op de heuvel Szent György. Verder zijn er diverse grotten in de omgeving van het Balatonmeer.

19. Sopron

De Hongaarse stad Sopron.
(Foto: https://unsplash.com/@boniverse)

Vanaf het Balatonmeer rijd je met een huurauto in ongeveer twee uur naar Sopron, dat bijna helemaal omsloten wordt door buurland Oostenrijk. Bij een brand in de zeventiende eeuw werd een groot deel van de stad verwoest. Sopron werd herbouwd en daaraan is de prachtige binnenstad met vele gebouwen in barokstijl te danken. De Vuurtoren uit de dertiende eeuw heeft de brand gedeeltelijk overleefd: het fundament en onderste deel zijn middeleeuws, het bovenste deel met het uitkijkbalkon is van na de brand.

20. Győr

Op de terugweg naar Boedapest passeer je Győr en als je nog geen genoeg hebt van barokke bouwkunst mag je dit stadje niet overslaan. Om er volop van te genieten kun je het beste maar wat ronddwalen door de geplaveide straten van de oude stad. Er zijn veel steegjes en loop die gewoon in, want je weet nooit wat je tegenkomt.

Een ouderwetse messenslijper in Győr, Hongarije.
Een ouderwetse messenslijper in Győr, Hongarije. (Foto: https://pixabay.com/users/luboshouska-198496/)

Het neogotische stadhuis kun je niet missen, het is een van de meest indrukwekkende gebouwen in het centrum. De Baross Gabor-straat is een autovrije winkelstraat, maar daarnaast vind je er restaurants, cafés en enkele historische woonhuizen. In de kazematten onder het Bisschopspaleis zie je onder meer restanten van de oude Romeinse stadsmuur. Het eilandje Radó in de rivier de Rába is een populaire plek om te wandelen, vooral voor romantische koppels.

Rijden met een huurauto in Hongarije

Weg ten noorden van het Balatonmeer.
Weg ten noorden van het Balatonmeer. (Foto: https://www.pexels.com/@wittmann-csaba-56676765/)

De wegen van Hongarije worden uitstekend onderhouden, zowel de autosnelwegen als overige hoofdroutes en regionale wegen. Voor het gebruik van de snelwegen is een digitaal vignet (e-matrica) verplicht. De meeste auto’s die je in Hongarije huurt zijn al voorzien van zo’n vignet, maar check dat voor de zekerheid als je de huurauto ophaalt.

De aanwijzingen op dynamische matrixborden boven de snelweg zijn vaak in meerdere talen (naast Hongaars, Engels en/of Duits). Voor allerlei andere aanwijzingen op borden bij parkeerterreinen of attracties kan Google Lens een uitkomst zijn, want die zijn meestal uitsluitend in het Hongaars.

Waar een auto huren in Hongarije?

We hopen dat we je hebben geïnspireerd om een auto te huren in Hongarije en het land te ontdekken. De meeste buitenlandse toeristen komen aan op het vliegveld van Boedapest en huren daar dus een auto. Het tweede internationale vliegveld van Hongarije wordt uitsluitend gebruikt door budgetmaatschappijen en ligt in het oosten van het land, Debrecen Airport. Het vliegveld bij het Balatonmeer is alleen tijdens de zomermaanden in gebruik en voornamelijk voor vluchten van en naar Duitse steden.

  1. Home
  2. Ultieme roadtrip door hartveroverend Hongarije